Loozen <–> Hardenberg 24-06-23 9km
Loozen <–> Laar 25-06-23 18km
Vertrekdag zaterdag. Het zonnetje schijnt. Een mooie start, voor een mooie tocht. Een tocht van Loozen naar Lelystad. Vandaag ook de club werkdag bij de KVL. Dus nog even de handjes uit de mouwen en dan de aanhanger beladen met 3 kano`s. De auto wordt bestuurd door de penningmeester, die in de buurt een boodschap heeft en ook een dagje mee peddelt. Na de boodschap rijden we door en komen we aan op de camping in Loozen. Genaamd de Zwiese. Krijgen een mooi ruim plekje vooor de tenten en de kajaks. Tentjes gauw opgezet en even tijd voor een bakkie koffie in de schaduw van een boom.
Een eindje verder lopen is een handbediend fiets/voetgangerspontje met aangrenzend een kanosteiger. We besluiten hier gebruik van te maken. Het is nog vroeg in de middag en peddelen stroomafwaarts naar Hardenberg. De Vecht kronkelt licht door het landschap. Voor ons uit zien we ietwat stroming. Niet echt merkbaar voor ons. In Hardenberg is een Drakenbootrace aan de gang. Drie boten met dertien mensen. Een drummer en twaalf roeiers per boot.
De drie boten nemen het tegen elkaar op. Er wordt ons gevraagd even aan de kant te stoppen, zodat de boten zich op de start lijn kunnen positioneren. Dit met een hoop gelach en gebrul van de deelnemers. Eèn vrolijke bende. Na het startsein verdwijnen ze dan met een hoop tumult. Cees en mijn persoon gaan nog even de stad in voor wat eten en drinken. Eric blijft zonnend op de steiger achter. Een gezellig centrum en aardige mensen. Er staat een enorm reuzenrad, welke vast bij de activiteiten hoort. Terug naar de camping. En inderdaad doet de stroming tegen op de Vecht ons weinig. We kijken een beetje om ons heen, genietend van de vogels en al het andere moois. Terug op de camping lekker uit eten in het openlucht restaurant. Gespecialiseerd in hamburgers en spareribs. “SUCK IT”. Staat er op een poster. Dat het duidelik mag zijn. Lekker gegeten en het mandje in.
De volgende morgen bijtijds uit de mand en en in de kajak gestapt. Stroom opwaarts richting Emlichheim. Op vallend dat de Vecht hier een beetje smaller is met meer kronkels. Mooier om te zien en te varen. Helaas voor de ogen wat minder te zien landinwaart omdat de dijken aan beide zijden meteen tegen de vecht aanliggen. Hierdoor misschien wel wat beter afgeschermd van de rest van de buitenwereld. Zien hier verschillende vogels, waaronder een IJsvogel welke een 500 meter voor me uitvliegt.
De sluis “De Haandrik” is gesperd wegens een storing. De schuif in de deur wordt geblokkeerd door een stuk hout. Niet getreurd. Er is een kanosteiger aan beide zijden. Maar met 31 graden niet zonder zweet en zuchten. We besluiten het dan ook maar in 2 gedeeltes te doen. Eerst boven neerleggen. Pauze/drinken en dan verder. Zo gezegd, zo gedaan.
We varen verder en genieten van de omgeving. Zo ook de koeien die in het water staan. Volgende stop is Laar. Een piepklein dorpje met Kano/zwemsteiger. We stappen uit en al gauw wordt besloten dat dit de eindhalte is. Puffend en zittend/liggend in de hitte, besluit ik maar te gaan zwemmen. Hier lekker van opgefrisd. Neem ik de uitnodiging aan van Cees om even in het dorp te kijken. 1 molen, 1 kerk, 3 jonge ooivaars op het nest. Kort samengevat. Als we meer willen, moeten we verder naar Emlichheim. “Niet dus”
Terugvarend hebben we de mazzel dat de sluis ons kan schutten. Volgens de sluiswachter hebben we geluk met het hoge water. Hij zegt: Als het water over de stuw stroomt mag ik kano’s schutten. Dus misschien hebben wij de komende dagen geluk.
Terug op de camping wacht ons nog een verrassing. De beheerder komt langs met waterijs. Zeker met dit weer; smullen dus. Cees loopt de boot helaas mis. daar hij bezig is zijn vertrek voor te bereiden. We bedanken Cees en nemen afscheid.
Loozen –> Ommen 27km 26-06-23
Een frisse start, uitgeslapen, vol goede moed beginnen we de tocht. Al genietend wordt het peddelen richting Hardenberg al wat zwaarder. We komen net voor de openingstijd aan en treffen de sluiswachter. Hij roept; “Zeker de afslag gemist” En doelde op de vistrappen aan de overkant. “Nee hoor” zeg ik hem. Teleurstellend kijkend naar de stuw, waar het water niet overheen stroomt. Wij liggen te diep voor de vistrap leg ik hem uit. We hebben een week eten en kleding in de boot. En de boten zijn niet te tillen. We wachten wel tot hij een boot moet schutten. Meelijdend kijkt hij me aan en zegt; “een half uurtje wachten. Als er dan nog geen boot is, schut ik jullie wel.” Daar viel een last van me af. Ik had helemaal geen zin om zo vroeg al met kano’s en karren te slepen. Zo gezegd een half uur later tevreden peddelend weer verder.
De bocht om en daar kwam hij dan. “De Wind” Potverdorie. Ook op zo’n riviertje is een flinke wind tegen niet leuk. De Vecht werd breder en de wind volgde het water. Het werd langzaam meer verbijten als genieten en zagen dus ook minder om ons heen. De aandacht ging nu meer uit naar luwte plekken en de kano’s op koers houden. 2 uur later komen we een zijkanaaltje tegen met een kanosteiger en piknicktafel en maken hier dankbaar gebruik van.
Evenlater komen we aan bij de sluis van Diffelen. Wat een tegenvaller. Er staan 2 auto’s. Een sperlicht voor de sluis en storing dus. Ik stap uit en bekijk alle kunstwerken aan de kant. Bootjes met van alles en nog wat er op gemonteerd. De sluizen in Diffelen en Stegeren zijn volautomatische recreatiesluizen. Die ze toch maar voorzien hebben van sluiswachters vanwege storingen en ontwetendheid van recreanten. De sluiswachter voelt met ons mee, maar bekend dat we beter kunnen overdragen. Zo gezegd, zo gedaan. En weer een natte kont omdat ik tussen de kano en kant ga zitten.
Op naar Stegeren. De laatste sluis voor Ommen. Ook zo’n automatische. Moed houden. lol We vechten tegen de wind in en komen dan ook na veel geploeter en pauze bij de sluis aan. Hier een gejuich van onze kant. De sluiswachter zegt dat hij werkt. Poeh poeh. We varen de sluis in en er gaat een belletje. “Nu gaat de deur dicht”zegt de sluiswachter. Nou mooi dan. Na een paar minuten wordt er gezegd;”Het duurt wel even met de deur. Dit is normaal.” Waarom kijkt hij dan ongerust? Een angstig voorgevoel bekruipt me. Nee toch niet heh. Minuten later hoor ik hem zeggen dat hij de deur kan zien. Bijna gerust gesteld, meld hij dat het nu toch wel erg langzaam gaat. Nee toch. uiteindelijk is de deur dan toch dicht en gaat er nog een bel en zakt het water. Weer een bel en de deur gaat open. Wat een gerustelling. Nu pas een zeker gevoel en peddelen dan ook de sluis uit.
De wind is eerder toe als afgenomen, dus vechten er maar tegen in. Nergens luwte. Mijn lijft schreeuwt om een beetje luwte of geen wind. Dit is toch …… Ommen aan de horizon. Ik heb de skyline van Ommen nog nooit zo mooi gevonden. Nog even doorzetten. Het eindpunt voor bandaag bijna in zicht. De brug wordt steeds groter. De golfjes gaan rollen. Een paar ooievaars waaien bijna van het nest. Maar de brug wordt steeds groter en Ommen komt steeds dichterbij. “De brug onderdoor en meteeen links” wordt er geroepen. Prima. In de luwte varen we dan op de camping af. 1 groot luxeus park. Er was gezegd dat 4 kilometer door moesten varen voor een kleinere goedkopere camping. Maar voor deze watjes was dat op dit moment te ver. Camping De Koeksebelt heet dit hier. De kant opgeklommen, aangemeld. En een mooi plekkje toegewezen gekregen voor 10€ de man. Even niet zeuren, of verder peddelen tegen die rotwind in.
Ik vond het prima. Tentje neer zetten en nog even de stad verkennen. Een mega kinderboerderij en pittoreske centrum en een behoorlijke boulevard. Allemaal het bekijken waard. Een naar mijn mening dorpsachtig stadje.
Ommen –> Hasselt 28km 27-06-23
Gewapend met de wetenschap van de dag er voor. Ging om 5 uur de wekker. Wassen, eten, koffie, poetsen en weg.
We hadden vernomen dat de wind waarschijnlijk pas om 11 uur weer zou aantrekken. En we sowieso niet geschut zouden worden vanwege de waterstand. Dus konden ook rustig voor 9 uur bij de sluis aankomen. Er werd flink doorgepeddeld en ondanks dat toch lekker in de rondte gekeken. De zwaluwen vlogen over. Langs sommige oevers waren er van die hoge opstaande zandkanten vol met gaten. Waarschijnkijk de huisjes van de zwaluwen. en hier en daar verbouwd voor andere species die zich er in konden wurmen. Ik moet er toch niet aan denken. Een woning in het zand met een paar honderd kilo viervoeters er boven. Deze bruine viervoeters ook wel koeien genoemd sloopten menige woning om aan de waterkant te komen en hun dorst te lessen.
De sluis van Vilsteren. Nog geen mens te bekennen op deze vroege morgen. Een hele mooie oude sluis met gelukkig voor ons eeen paar prachtige kanosteigers. De kant op. Even naar boven rollen. Korte pauze en weer verder.
Diverse futen en meerkoeten zwommen rond. Menige waterlelies en helaas voor ons hier en daar een beetje veel aan waterplanten. Maar niet getreurd we schoten aardig op.
Volgende sluis is de sluis nabij Broekhuizen. De sluis van rond 1870 geloof ik wordt nog steeds met de hand bediend. De muren in de sluis zijn helemaal gesloten. Ofterwijl er zitten geen potjes in om je touw aan vast te zetten als hij zakt of stijgt. Het touw kan alleen om een boldertje aan de kant bevestigd worden. Daar er 2 meter niveauverschil is ben je dus minimaal 4 meter touw nodig. De sluismeester wil ons wel schutten. Wij hebben helaas de kano’s al op de kant gehezen en naar boven gerold. Nu bleek dat helemaal niet zo slecht te zijn daar hij 20 minuten moest wachten op een bootje en het schutten met de hand duurde 30 minuten.
Wij lagen binnen 10 minuten in het water en konden weeer verder. We hadden geen tijd en zin om te wachten. We passeerden verschillende oude Hollandsche bootjes. Klippers, Tjalkjes,IJsselaken, sleepbootjes en meer waren omgetoverd tot woonboot. De wind wakkerde weer aan. De zijwind bleek tegenwind te zijn en we konden de borst weer nat maken. Aangekomen op het zwarte water was het leed dan geleden. We voelden de wind in de rug. Heerlijk. Maar van korte duur. 300 hele meters mochten we er van genieten. We waren ter hoogte van de camperplaats Camping Zwolsedijk. Hier kun je dus ook gewoon terecht met je tentje. 5 kilometer onder Hasselt. Nu was het alleen even zoeken hoe we er uit konden komen. Alleen maar keien aan de kant. Maar wat bleek? De boer had zelf ook een sloep welke hij te water liet. En zodoende waren er een paar brede karrensporen het water in en geen kei meer te bekennen. Kano’s aan de kant en op naar de boer. We mochten overal staan. Er was plek zat. Helaas was voor ons de meeste luwte het verst van het toiletgebouw verwijderd. Maar toch het tentje daar maar neergezet.
Even naar het mooie Hasselt gelopen. Een mooi oud stadje met genoeg bezienswaardigheden. Dus na 10 kilometer te hebben gewandeld was ik weer tevreden gesteld terug met boodschapjes. Nou was dit niet echt nodig. Want het bleek dat de boerin ook van alles had voor de snelle kok. Blikjes hachee en weet ik wat nog meer. Nou de volgende keer misschien dan. Beentjes strekken na een paar uur kano is ook niet verkeerd.
Hasselt –> Ganzendiep 22km 28-06-23
We maken ons klaar voor het Zwarte water, Zwarte meer en Ganzediep. Op naar camping De Paardeboer. De dag begint vroeg en grijs. De tocht voert ons over het Zwarte water langs Hasselt. Eerst heel veel industrie waarvan het meeste overslag in opleggers en containers. Ik heb me de dag ervoor laten vertellen, dat hier de goederen verzameld worden naar en van verschillende landen van fabrieken en bedrijven. Zo gaat er bv 1 container naar een bepaald land en niet 4 met een beetje. Het aanzicht van Hasselt is best wel mooi. Een typisch oud stadje aan het water. Een kerk met wat oude gebouwen en een havenkade. Hasselt wordt gescheiden door een enorme boogbrug. Aan de ene kant van het water de industrie en aan de andere kant het wonen en winkelen. Ik heb het nog nooit zo opvallend gezien als hier.
Er staat eeen lekker briesje. Niet te veel en we peddelen gestaag verder richting he Zwarte meeer. Het wordt hier nu ook duidelijk breder en komen ook meer vrachtschepen tegen. Hadden al die lege schepen gezien en vroegen ons af of er wel werk was. Ja dus, overduidelijk wel. B.t.w. Mocht Nederland zonder eten komen zijn er ganzen zat. De hele reis door (denk zo’n beetje vanaf Hardenberg) wordt het water overspoeld met ganzen. Groepjes van 20 tot ik denk wel 500 stuks. Niemand zal er èèntje missen. lol Via het brede water passeren we Zwartsluis.
Ik zie een enorme rookpluim en een kerk. Onder de rook van Zwartsluis zeg ik. Dichterbij zien we dan de jachthaven, woningen,hotel en wat al niet meer in het groot. Een aantal lege vrachtschepen op wachtrij? Al met al een heel ander Zwartsluis als wat ik gewend ben te zien vanaf de Wieden. Het heeft enige verandering in het plaatje over Zwartsluis in mijn hoofd aangebracht. We varen verder tussen de groene rietkanten richting Genemuiden. Genemuiden lijkt vanaf het water alleen maar een industriegebied en is dan ook gauw gepasseerd zonder al te veel vreemde of interessante dingen op te merken. Het briesje zakt verder in en maakt plaats voor regen. Past prima bij de omgeving.
We varen het Zwarte meer op via de vaargeul en besluiten richting de grens van het natuurgebied te varen. Wat zwanen, aalscholvers en natuurlijk ganzen zien we hier. Het water is rustig, maar het zicht is slecht. Af en toe even de kaart checken want er loopt geen vaargeul naar het Ganzendiep.
Bij de zoveelste sperboei gaan we dan richting Ganzendiep. Even opletten want voor de ingang liggen basaltkeien in het water. Een strekdammetje is zichtbaar. Okè, nu de onzichtbare dan. Er waren al staken neergezet om de mensen te begeleiden. Maar moet je dan links of rechts passeren?
Op goed geluk en de nodige mazzel weten we ongeschonden het Ganzendiep binnen te varen en meren na een kilometer bij de Camping Paardeboer aan. De regen houd het ook voor gezien en kunnen dus droog de tent opzetten.
Ganzendiep –> Dronten 27km 29-06
Dronten –> Lelystad 24km 30-06
Op naar Camping ’t Wisentbos. Terug naar het Zwarte meer om via de Ramsgeul het Ketelmeer te bereiken. Het weer ziet er beter uit. Dus we smeren ons maar in tegen de werking van de zonnestralen hoe lekker die ook mogen voelen. Een lekker briesje waait er rond. Einde Ganzediep is een stiltegebied om de dieren niet te storen. Nou ja, stilte? Hoor ik daar een tuba in het riet? Whoep whoep. Schijnbaar spelen ze ook verstoppertje. Koekoek koekoek. Oohh. Het zijn de bewoners. De roerdomp en de koekoek hebben maling aan het stiltegebod. Nou wij gaan er wel stilletjes vandoor dan. Even billenknijpend over de keien en we zitten weer op het meer. Terug naar de vaargeul.
We zien honderden zwanen zwemmen en veel veren drijven er van rond. Mischien zijn ze in de rui. Het zonnetje blijft hellaas toch schuil achter de wolken, maar de temperatuur voelt lekker aan.
Geen zweet en geen kou. Kan het mooier? De Ramspolbrug naderend begint het briesje toch wat toe te nemen. Dat is nou jammer. We willen de rechterzijde van de brug onderdoor langs de balg. Maar dit wordt helaas verhinderd door een aantal geel rode sperboeien. Alleen de hoofddoorgang in het midden is vrij. Onder de brug doorgekomen varen we meteen een beetje links schuinweg om bij de eilanden te komen. Een beetje luwte is wel lekker. Hier even de discussie of we tussen de eilanden zullen doorvaren. We weten dat er een gedeelte is afgezet vanwege een broedende zeearend. We nemen het risico niet en varen het eerste eiland voorbij. Toch nog even proberen om tussen het eeeste en tweede eiland door te komen naar de achterliggend vaargeul te komen en dan nog even een strandje aan te doen. Jammer genoeg lopen we al gauw vast met de kano’s en besluiten dan toch maar terug te keren en de eilanden buitenom te ronden. Het briesje is toegenomen tot een 3.5bft en er staat al wat meer deining.
Geen probleem voor onze boten, maar wel een beetje nat met al dat buiswater daar we er recht tegen in gaan. Op naar Ketelhaven. We moeten even wachten voor de vaargeul tegenover de ingang van de sluis i.v.m. vrachtschepen en een zeilboot aan de wind. Hierna steken we over. Blij dat we even gewacht hebben want met wind tegen is die vaargeul best wel breed en niet zo snel over te steken. We passeren een hoop drukbezochte aanlegsteigers en speuren naar een eventuele kanosteiger. Niks te vinden. We kunnen er hier niet uit. Bij de sluis aangekomen zien we een bord hangen. Gebruik de water app of zoiets. Gelukkig ook een telefoonnummer. Dus telefoon opgraven en bellen. Hier volgt dan een automatisch keuzemenu en wordt het schutten van de kano’s goedgekeurd.
De Sluis maakt zich klaar. De deuren gaan open en we varen binnen. Een jachtje maakt ook van de gelegenheid gebruik om te worden geschut. We zakken 5 meter naar beneden. Deuren gaan open en we varen de sluis uit de Hoge Vaart op. Ooh ja, nog een sluis. Helemaal vergeten. We moeten nog weer een metertje zakken om op de Lage vaart naar Dronten,Lelystad,Almere te komen. Dus nog even door de Kampersluis. Ook hier weer het zelfde ritueel van bellen en goedkeuren.
Al met al zijn we weer in de ons bekende polder. We overnachten nog even in Dronten op Camping ’t Wisentbos en varen de volgende dag naar huis. Ik maak verder geen verslag van de reis over de vaarten. Behalve dan dat er tussen Ketelhaven en Dronten nog een roeivereniging zit aan de rechterkant. Hier zou je via hun steiger even kunnen rusten cq pauzeren. De vaart is lang en eentonig. Hoog riet aan beide zijden en niks te zien op en enkele watervogel na.
De vaart vanaf Dronten naar Lelystad is interessanter. Hier zij waterpartijen aangebracht aan de zijkant van het kanaal, afgezet met palen. Hier dan ook iets meer leven te bespeuren. Ook is er halverwege Dronten Lelystad aan het kanaal nog een museum in wording. Het “Mechanisch Erfgoed Centrum Dronten”. Misschien voor geïnteresseerden een bezoek waard.
We hebben ons vermaakt en veel plezier gehad. De tocht was uitdagend. Jammer van de immer aanwezige westenwind. Maar allesbij elkaar een fantastische tocht. Van ruim 160kilometer.
Copyright © 2023 Kanovereniging Lelystad Alle rechten voorbehouden.